In de vroege maanden van zijn presidentschap nam Donald Trump verschillende controversiële uitvoerende besluiten die in grote mate werden ondersteund door de conservatieve vleugel van zijn partij, maar die populair waren bij slechts een klein deel van de Amerikaanse bevolking. Deze besluiten waren niet alleen het gevolg van politieke strategieën, maar ook van een afweging tussen de eisen van de hard-liners in zijn partij en de wensen van het bredere publiek. Een belangrijk voorbeeld van deze benadering is zijn beleid met betrekking tot immigratie en de bescherming van "Dreamers" onder het programma DACA.

Het DACA-programma, geïntroduceerd door president Obama, bood tijdelijke bescherming aan jonge immigranten die als kinderen de VS waren binnengekomen. Dit programma werd door een groep Republikeinse staatsadvocaten aangevochten, en Trump leek aanvankelijk bereid om het te beëindigen, ondanks het feit dat het programma een breed publiek onder de Amerikanen steunde. Een peiling uit maart 2017 toonde aan dat 66% van de Amerikanen wilde dat Trump de bescherming van DACA voortzette, terwijl slechts 22% het programma wilde beëindigen. Dit was een populaire beslissing, maar Trump gaf uiteindelijk toe aan de druk van de meer conservatieve krachten binnen zijn partij en schafte DACA in september 2017 af.

Kort na het beëindigen van DACA onderhandelde Trump met Democraten over een compromis, waarbij Dreamers beschermd zouden blijven in ruil voor versterkte grensbeveiliging. Dit compromis werd door een ruime meerderheid van de Amerikanen ondersteund, maar leidde tot woede bij de hard-liners in zijn partij, die dit als verraad beschouwden. De druk van deze conservatieve groep resulteerde in het stopzetten van de onderhandelingen, en Trump ging verder met zijn beleid van harde grenzen en beperkte immigratie.

Een ander voorbeeld van Trump’s beleid dat zowel impopulair was bij het grote publiek als steun kreeg van zijn partij was het beleid van gezinsgescheidenheid aan de grens. In een poging om de stroom van immigranten die de VS via de Mexicaanse grens binnengingen te verminderen, voerde Trump een beleid in waarbij volwassenen die illegaal de grens overtraden werden aangeklaagd en gevangen gezet, terwijl kinderen van hun ouders werden gescheiden en naar afzonderlijke faciliteiten werden gebracht. Deze maatregel werd gepresenteerd als een "harde afschrikking", hoewel het internationaal werd bekritiseerd als onmenselijk en barbaars. Het beleid leidde tot enorme publieke verontwaardiging, maar het werd verdedigd door de meer conservatieve leden van zijn administratie als noodzakelijk voor de nationale veiligheid.

Deze beslissingen illustreerden Trump’s benadering van politiek: een keuze voor een beleid dat aansloot bij de harde lijn van zijn partij, zelfs als het niet breed werd gesteund door de Amerikaanse bevolking. Het lijkt een voortdurende afweging te zijn geweest tussen de voorkeuren van een kleinere, maar invloedrijke groep Republikeinen en de bredere wens van het publiek voor gematigder beleid. De druk van de hard-liners resulteerde vaak in het blokkeren van compromissen die door een groter publiek als haalbare oplossingen werden gezien.

Naast de meer symbolische en ideologische beslissingen was Trump’s strategie bij immigratiebeleid vooral gericht op het versterken van de Amerikaanse grenzen, wat in zijn campagne een belangrijk punt was. Door vast te houden aan beloftes zoals de bouw van een muur aan de zuidgrens, wilde Trump zich profileren als een daadkrachtige leider die Amerika’s soevereiniteit boven alles stelde. Het compromis dat door een bipartijdige groep senatoren werd voorgesteld, waarbij een pad naar het staatsburgerschap voor Dreamers werd gecombineerd met 25 miljard dollar voor grensbeveiliging, zou in theorie een balans hebben gevonden tussen de bescherming van immigrantengroepen en de eisen voor strengere maatregelen. Toch wees Trump dit compromis af, omdat het naar zijn mening de grensbeveiliging niet ver genoeg ging en te veel concessies deed aan immigranten zonder papieren.

Het is essentieel voor de lezer om te begrijpen dat Trump’s benadering van immigratie en andere beleidsbeslissingen niet alleen gedreven werd door politieke overtuigingen, maar ook door de wens om trouw te blijven aan zijn kiezersbasis, die in grote mate uit rechtse, populistische stemmen bestond. Dit had niet alleen gevolgen voor de binnenlandse politiek, maar ook voor de internationale relaties en het morele imago van de Verenigde Staten. De hard-liners in zijn partij oefenden druk uit op Trump om compromissen te vermijden en rigide, op hun voorkeuren gebaseerde beslissingen te nemen, wat resulteerde in een steeds groter wordende kloof tussen het beleid van Trump en de verwachtingen van het bredere publiek.

Hoewel deze strategie door velen als schadelijk werd beschouwd voor de sociale cohesie en het ethische imago van de VS, was het duidelijk dat Trump zich niet liet afleiden door brede publieke steun voor gematigder beleid. In plaats daarvan koos hij ervoor zijn macht te gebruiken om beleidsmaatregelen door te voeren die aansluitten bij de waarden van zijn kernsteun, zelfs als dit zijn populariteit bij een groter publiek ondermijnde. Het blijven volhouden aan de harde lijn, zoals in het geval van gezinsgescheidenheid en het beëindigen van DACA, liet zien dat de politiek van Trump vaak in tegenstelling stond tot het grotere maatschappelijke belang, waarbij politieke overwegingen vaak zwaarder wogen dan de maatschappelijke kosten.

Hoe Trump’s Herverkiezing Een Politieke Spanning Was Tussen ‘Landslide’ en ‘Oh, Shit’

Tijdens de verkiezingscampagne van 2020 stond Donald Trump voor de enorme uitdaging om zijn herverkiezing veilig te stellen, ondanks de politieke turbulentie die zijn presidentschap had gekarakteriseerd. Zijn goedkeuring was laag, zelfs met een groeiende economie, en dit maakte zijn herverkiezingsinspanningen precair. De dynamiek tussen Trump’s populariteit en de staat van de economie werd het centrale vraagstuk, waarbij analyses suggereerden dat zijn kansen onzeker waren. Trump had immers een solide economische groei als zijn sterkste argument, maar zijn ongewone onpopularity bleef een probleem.

Het is belangrijk te begrijpen dat Trump, ondanks zijn persoonlijke gedragingen en controverses, zijn steun onder Republikeinen bleef behouden. De Republikeinse leiders, hoewel bezorgd over zijn imago, kozen ervoor om zijn beleid en stijlen te omarmen, omdat ze de klassieke standpunten van de partij vaak herkende in zijn retoriek. Bovendien bleef Trump, in tegenstelling tot eerdere presidenten, ongekend populair bij zijn kiezers, zelfs wanneer zijn beleidsmaatregelen hen niet altijd volledig tevredenstelden. Zo werd zijn belastingplan bijvoorbeeld als een tegenvaller beschouwd door progressieve kiezers, maar leidde dit niet tot substantiële verliezen in zijn steun.

De dynamiek tussen economische kwesties en identiteitspolitiek had de verkiezingscyclus in de VS enorm beïnvloed. Voor Trump’s achterban ging het uiteindelijk niet alleen om economische voordelen of belastingplannen, maar om het bredere gevoel van Amerikaanse identiteit dat hij vertegenwoordigde. De vrees voor de ‘andere’ (of de buitenstaander) werd sterker dan de bezorgdheid over economische ongelijkheden, waardoor Trump een onwrikbare steun kreeg van een significant deel van de Amerikaanse bevolking.

Trump’s situatie kan worden beschreven als zich tussen de polen van "landslide" en "oh, shit" bevinden. Aan de ene kant leek zijn herverkiezing verzekerd door de positieve economische cijfers, maar aan de andere kant bleef de lage populariteit van Trump een struikelblok. De feitelijke resultaten van zijn campagne zouden niet alleen afhangen van het vermogen om de economie te benadrukken, maar ook van hoe hij deze tegenstrijdige factoren zou kunnen afwenden. De voorspellingen van zijn herverkiezing varieerden afhankelijk van hoe men deze factoren in beschouwing nam: de voordelen van economische groei, de populariteit van Trump en het feit dat hij een zittende president was, werden samen geanalyseerd om een uiteindelijke uitslag te voorspellen. Maar zelfs met al deze factoren was een herverkiezing geen garantie.

Wat verder belangrijk is, is de context van de verkiezingen van 2020 en de politieke situatie in de VS. De tegenstellingen tussen verschillende politieke facties waren groter dan ooit tevoren. Het land werd verdeeld langs lijnen van identiteitspolitiek, wat de traditionele economische argumenten enigszins overschaduwde. De vraag die opkwam was of Trump zijn traditionele Republikeinse basis zou kunnen behouden en of hij een bredere, meer gematigde steun zou kunnen aantrekken om zijn herverkiezing veilig te stellen. De analyse van zijn steun onder verschillende kiezersgroepen bleek te wijzen op een diepe kloof in de Amerikaanse samenleving.

Endtext

Hoe beïnvloedden politieke leiders de volksgezondheid tijdens de pandemie?

De vroege fasen van de COVID-19-pandemie waren gekarakteriseerd door verwarrende en soms tegenstrijdige boodschappen van politieke leiders, wat leidde tot verwarring en verdeeldheid in de samenleving. Terwijl de Amerikaanse president Donald Trump in de eerste weken van de crisis de ernst van de situatie minimaliseerde, werd het snel duidelijk dat de pandemie niet alleen een gezondheidsprobleem was, maar ook diepgaande economische en sociale gevolgen had. Het was niet zomaar een kwestie van kiezen tussen de gezondheid van mensen en de economie, maar eerder hoe snel en effectief maatregelen genomen konden worden om de crisis in te dammen zonder onnodige schade aan het welzijn van de samenleving te veroorzaken.

Trump stelde in de beginmaanden van 2020 dat het virus “wegging” en de situatie snel zou verbeteren. Op 5 april zei hij zelfs: “We beginnen het licht aan het einde van de tunnel te zien.” Maar de realiteit was dat de crisis niet eenvoudig zou verdwijnen. De economische schade door de lockdownmaatregelen was enorm; de werkloosheid steeg tot 14,7 procent in april, het hoogste niveau in decennia, en het bruto binnenlands product (BBP) van de VS daalde met een record van 9 procent in het tweede kwartaal van 2020. Trump was bezorgd over de economische schade die werd aangericht door de restricties op bedrijven en openbare bijeenkomsten en beweerde dat de oplossing was om de economie snel weer open te stellen.

Echter, onderzoek toonde aan dat de economische vertraging voornamelijk begon vóór de invoering van de lockdownmaatregelen. Dit suggereerde dat de economische neergang niet zozeer het gevolg was van de beperkingen, maar van het gedrag van mensen die bang waren voor het virus en zich uit voorzorg terugtrokken uit het openbare leven. In plaats van de lockdown te beëindigen, bleek de sleutel tot economisch herstel in de bestrijding van de pandemie zelf te liggen. Historische studies, zoals die over de pandemie van 1918-1919, bevestigden dat steden die strengere maatregelen namen, economisch beter presteerden in de jaren na de pandemie dan steden die minder streng waren. Dit toonde aan dat er geen afweging was tussen het beschermen van de economie en het voorkomen van infecties en sterfgevallen. De grotere risico's waren de restricties te snel op te heffen.

De effectiviteit van de maatregelen werd bovendien steeds duidelijker. In het voorjaar van 2020 lieten verschillende studies zien dat het aantal COVID-19-gevallen en sterfgevallen sterk afnam in gebieden die strikte maatregelen hadden getroffen. De daling in het aantal gevallen bevestigde de vooruitgang die was geboekt in het beperken van de verspreiding van het virus.

Toch leek Trump in april 2020, ondanks de voortdurende stijging van het aantal besmettingen, de druk te voelen om de economie weer op te starten. Op 16 april, slechts een maand na zijn oproep om bedrijven te sluiten, verklaarde hij dat gouverneurs de restricties konden versoepelen. De volgende dag steunde Trump zelfs demonstraties tegen de maatregelen, wat leidde tot gewelddadige protesten in Michigan. Deze situatie werd nog ingewikkelder toen later werd onthuld dat leden van een militiegroep plannen hadden om de gouverneur van Michigan te ontvoeren. In plaats van de ernst van de situatie te erkennen, stelde Trump de eisen van de demonstranten gelijk aan die van mensen die wilden dat de overheid hen “hun leven teruggaf”.

De verdeeldheid die hierdoor werd veroorzaakt, was niet alleen zichtbaar tussen Democraten en Republikeinen, maar ook binnen de Republikeinse partij zelf. Gouverneur Mike DeWine van Ohio werd bekritiseerd door eigen partijgenoten vanwege zijn aanpak van de pandemie, terwijl de gouverneur van Texas, Greg Abbott, na het openen van zijn staat opnieuw geconfronteerd werd met een piek in het aantal gevallen in de zomer van 2020.

Ondanks de groeiende dreiging van het virus bleef Trump volhouden dat het virus “verdween”. Op 17 juni verklaarde hij in een interview met Sean Hannity dat de pandemie voorbij was. Tegelijkertijd verklaarde vicepresident Mike Pence dat de bezorgdheid over een tweede golf van infecties “overdreven” was en dat “we de strijd tegen de onzichtbare vijand winnen”. Dit soort berichten ondermijnde de geloofwaardigheid van de federale aanpak van de pandemie en zorgde ervoor dat veel mensen het virus niet serieus namen, wat leidde tot een toename van gevallen en druk op het zorgsysteem.

De invloed van politieke boodschappen op het publieke gedrag werd duidelijk zichtbaar in hoe het Amerikaanse publiek reageerde op de pandemie. Wat burgers dachten over het virus werd sterk beïnvloed door wat politieke leiders ze vertelden. De steun van Trump voor het versoepelen van maatregelen en het negeren van de ernst van de situatie leidde tot een bredere polarisatie, niet alleen tussen de grote politieke partijen, maar ook binnen de Republikeinse partij zelf. Dit vergrootte de verdeeldheid in de samenleving en belemmerde een effectieve nationale reactie op de pandemie.

Het is belangrijk te begrijpen dat de pandemie niet alleen een gezondheidscrisis was, maar een gebeurtenis die de sociale en politieke structuren blootlegde. De manier waarop leiders omgingen met de crisis had niet alleen invloed op de volksgezondheid, maar ook op de manier waarop burgers zich tot elkaar verhielden en hun vertrouwen in de overheid. Het was duidelijk dat een coherente en consistente boodschap van leiders essentieel was voor een succesvolle aanpak van de crisis. De verdeeldheid en verwarring die ontstonden door de tegenstrijdige boodschappen van leiders zoals Trump leidde tot een verlenging van de pandemie en verergerde de sociale en economische gevolgen.