De Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) speelt een cruciale rol bij het beheer van de mariene gebieden die niet onder de nationale jurisdictie vallen, zoals het internationale zeebodemgebied, oftewel de "Area". Een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de ISA is het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek in dit gebied, met name ter bescherming van het mariene milieu tegen schadelijke effecten die voortvloeien uit activiteiten zoals diepzeemijnbouw en mogelijk mariene geo-engineering. Ondanks de ambitieuze doelen die de ISA zich heeft gesteld, kampt de organisatie met aanzienlijke uitdagingen die haar vermogen om deze verantwoordelijkheden effectief uit te voeren beperken.

Allereerst is het belangrijk te begrijpen dat de ISA, hoewel ze wetenschappelijk onderzoek sponsort en co-sponsort, geen aparte wetenschappelijke adviesraad heeft die nauw samenwerkt met de beslissingsorganen van de organisatie. Dit gebrek aan een gespecialiseerde wetenschappelijke commissie heeft grote gevolgen voor de manier waarop wetenschappelijke kennis wordt geïntegreerd in de besluitvorming. De Legal and Technical Commission (LTC), die als adviesorgaan van de ISA fungeert, heeft weliswaar de taak om het mariene milieu te beschermen en wetenschappelijk onderzoek in de "Area" te bevorderen, maar de werking van de LTC wordt ernstig belemmerd door een aantal structurele en organisatorische tekortkomingen.

De LTC heeft een overweldigend grote en complexe taakomschrijving. Ondanks dat de commissie meerdere malen per jaar bijeenkomt, worden de leden van de LTC geconfronteerd met een werklast die hetzij hun primaire verantwoordelijkheden overschaduwt, hetzij hen dwingt om hun werkzaamheden voor de ISA naast hun reguliere werkzaamheden uit te voeren. Dit gebrek aan tijd, middelen en personeel bemoeilijkt de effectiviteit van de LTC aanzienlijk. De commissie wordt verder geconfronteerd met het probleem dat ze niet alleen haar reguliere taken uitvoert, maar ook de verantwoordelijkheden van de Economic Planning Commission (EPC), die in de conventie wordt beschreven als een afzonderlijk orgaan. Het is duidelijk dat het onvermijdelijk is om de LTC van de EPC-taken te ontheffen, zodat de commissie zich beter kan concentreren op de wetenschappelijke en technische uitdagingen die voor haar liggen.

Een ander fundamenteel probleem is het beperkte budget van de ISA. De financiële middelen die beschikbaar zijn voor wetenschappelijk onderzoek in de "Area" zijn vaak niet voldoende om de hoeveelheid en de breedte van het benodigde onderzoek te dekken. Ondanks de sponsorprogramma's voor wetenschappelijke projecten en de technische workshops die de ISA organiseert, blijft het moeilijk om met de beperkte middelen een substantiële impact te maken. Dit heeft directe gevolgen voor het vermogen van de ISA om effectieve wetenschappelijke maatregelen te ontwikkelen en uit te voeren, zoals de bescherming van het mariene milieu tegen schadelijke effecten die voortvloeien uit menselijke activiteiten.

In dit kader speelt de kwestie van mariene geo-engineering, zoals oceaanbemesting, een belangrijke rol. De hernieuwde belangstelling voor dergelijke technieken vereist een wetenschappelijke benadering die zorgvuldig de risico’s evalueert en garandeert dat de impact op het mariene milieu goed wordt begrepen. De ISA is verantwoordelijk voor het waarborgen van het behoud van het mariene milieu in overeenstemming met de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het Recht van de Zee (UNCLOS), en dat houdt in dat activiteiten die het milieu mogelijk kunnen schaden, alleen mogen plaatsvinden onder strikte voorwaarden. Toch blijft het een uitdaging om met de beperkte middelen van de ISA adequate wetenschappelijke ondersteuning te bieden om deze complexe kwesties aan te pakken.

Wat verder benadrukt moet worden, is dat de ISA niet in staat is om de wetenschappelijke kennis die zij verzamelt volledig te benutten zonder een krachtiger ondersteuningssysteem. De beperkte tijd en middelen die beschikbaar zijn voor de leden van de LTC, gecombineerd met een gebrek aan een volledige wetenschappelijke staf, maakt het moeilijk om adequaat te reageren op de snelle ontwikkelingen op het gebied van mariene wetenschappen en technologieën. Dit heeft niet alleen invloed op de kwaliteit van de wetenschappelijke beoordeling, maar kan ook leiden tot vertragingen in de besluitvorming die de effectiviteit van de ISA in gevaar kunnen brengen.

De rol van wetenschappelijk onderzoek in het mariene milieu kan dus niet worden onderschat. Het is niet alleen van belang voor de bescherming van de natuur, maar ook voor het bevorderen van internationale samenwerking en het ontwikkelen van technologieën die ten goede komen aan de hele mensheid. Daarom is het essentieel dat de ISA beter uitgerust wordt om haar wetenschappelijke en technische verantwoordelijkheden te vervullen, door een efficiënter systeem te ontwikkelen voor het beheren en inzetten van wetenschappelijke expertise en middelen.

De toenemende vraag naar wetenschappelijk advies en de stijgende complexiteit van de mariene activiteiten in de "Area" maken het noodzakelijk om de huidige beperkingen van de ISA te adresseren. Een goed gecoördineerd wetenschappelijk adviesorgaan, samen met een verbeterde financiering en middelen voor wetenschappelijk onderzoek, zou de effectiviteit van de ISA aanzienlijk kunnen verhogen. Het is belangrijk dat de internationale gemeenschap begrijpt dat, om een duurzame en rechtvaardige omgang met de mondiale mariene hulpbronnen te garanderen, de wetenschappelijke basis van het werk van de ISA versterkt moet worden.

Wat zijn de belangrijkste factoren voor het behoud van koraalriffen en mariene ecosystemen?

De bescherming van koraalriffen is afhankelijk van verschillende ecologische factoren die in combinatie moeten worden geanalyseerd om hun kwetsbaarheid en de noodzaak voor bescherming goed in te schatten. Zoals blijkt uit de gegevens van de koraalmonitoringstations in de Golf van Aqaba (Tilot, 2002; Tilot et al., 2008), zijn koraalriffen met een hoog percentage vertakte koralen, een hoge koraaldichtheid en een grote visdiversiteit bijzonder kwetsbaar voor veranderingen in het milieu. Het is gebleken dat deze gebieden, vooral als ze zich aan ondiepe hellingen bevinden, een grotere bescherming nodig hebben, aangezien ze essentieel zijn voor de biodiversiteit van het ecosysteem. Door het gebruik van multi-metrische beheersindices, zoals de Ocean Health Index (Halpern, 2020), kunnen verschillende indicatoren worden gecombineerd om de staat van het koraalrif te evalueren. Deze indicatoren omvatten onder andere fysieke stress, waterkwaliteit, de aanwezigheid van biologische indringers en overbevissing. De resultaten van deze indices kunnen worden gebruikt om de koraalgemeenschappen in te delen in verschillende beschermingsklassen, gebaseerd op hun groeivormen en levensstrategieën, zoals stressbestendigheid, aanpassing aan verstoringen en competitieve dominantie.

Bovendien biedt de zogenaamde "biodiversiteitswaarde" een manier om het belang van de verschillende gemeenschappen binnen een rif te kwantificeren, en wordt de "bioconstructiewaarde" gebruikt om het vervangingsproces van koraalkolonies te meten. Het doel is om niet alleen de structuur en dynamiek van de populaties, zoals instroom en sterfte, te beoordelen, maar ook de langetermijndynamiek van het koraalrif en de bijbehorende epibenthische gemeenschappen, die essentieel zijn voor het behoud van het ecosysteem.

Beleid en strategieën voor het behoud van mariene biodiversiteit moeten verder gaan dan de fysieke en ecologische aspecten en ook sociale en culturele factoren integreren. Het concept van welvaart, zoals gedefinieerd door de Human Well-being and Sustainable Livelihood (HWSL)-indicator, speelt hierbij een cruciale rol. Het combineren van ecologische en sociale indicatoren kan helpen bij het ontwikkelen van duurzame beleidsmaatregelen die de veerkracht van zowel mensen als ecosystemen vergroten (Sterling et al., 2020). Deze benadering is niet alleen essentieel voor de bevordering van mariene bescherming, maar ook voor het creëren van een beter begrip van de verbindingen tussen lokale en mondiale initiatieven voor het behoud van het milieu.

Naast de ecologische indices zijn er ook bredere benaderingen van duurzaamheid die de nadruk leggen op het welzijn van de mens, bijvoorbeeld het concept van het Bruto Nationaal Geluk in Bhutan, dat kijkt naar de kwaliteit van leven van individuen, in plaats van alleen het bruto binnenlands product (Stiglitz, 2009). Het meten van welvaart in termen van geluk en welzijn kan beleidsmakers en onderzoekers helpen om een holistischere benadering van duurzame ontwikkeling te ontwikkelen, die verder gaat dan economische factoren alleen.

Bij de monitoring en bescherming van koraalriffen zijn geavanceerde technologieën van groot belang. Het gebruik van onderwaterrobots, zoals Remotely Operated Vehicles (ROV's) en Autonomous Underwater Vehicles (AUV's), heeft de manier waarop we de diepe zee en de kwetsbare koraalriffen verkennen aanzienlijk verbeterd. Deze technologieën stellen wetenschappers in staat om met grotere nauwkeurigheid en effectiviteit mariene ecosystemen te monitoren, zelfs in de moeilijk bereikbare diepten van de oceaan. Hoewel de inzet van ROV's en AUV's kostenintensief kan zijn, vormen ze een belangrijke stap in de richting van het verkrijgen van gedetailleerde gegevens over biodiversiteit en visabundantie in verschillende zeecategorieën, die cruciaal zijn voor het behoud van mariene habitats.

Bij het gebruik van dergelijke technologieën moeten echter ook de uitdagingen in overweging worden genomen, zoals de enorme hoeveelheid data die gegenereerd wordt, wat vaak tijdrovende en gedetailleerde verwerking vereist door gespecialiseerde taxonomen. De inzet van ROV’s en AUV’s is dan ook het meest effectief voor gerichte onderzoeken in specifieke gebieden, hoewel ze waardevolle inzichten kunnen bieden voor grotere, landscape-scale monitoringinitiatieven.

Naast de technologische vooruitgangen moeten beleidsmakers en onderzoekers zich ook richten op het ontwikkelen van gedetailleerde strategieën die de interactie tussen ecologische, sociale en economische factoren integreren. Het is van cruciaal belang dat zowel lokale als mondiale initiatieven elkaar versterken om duurzame ontwikkeling te bevorderen en de veerkracht van mariene ecosystemen te vergroten. Dit houdt niet alleen in dat we ons richten op het beschermen van koraalriffen en andere mariene habitats, maar ook op het creëren van sociaal-economische omstandigheden die bijdragen aan het welzijn van de gemeenschappen die afhankelijk zijn van deze ecosystemen.